
Het geplande verbod van de EU op de gehele PFAS-stofgroep zou veel industriële processen in gevaar brengen, met name de technologieën van de energietransitie. Veel ondernemers uit de machine- en installatiebouw pleiten voor opheffing van het verbod en voor een gedifferentieerde blik op de stoffen.
Per- en polyfluoralkylstoffen (PFAS) worden veel gebruikt in de industriële productie, vooral onder extreme omstandigheden: hoge temperaturen, sterke slijtage of agressieve chemische omstandigheden. Dit maakt ze onmisbaar voor belangrijke technologieën voor de verandering van het energiesysteem, bijvoorbeeld de productie van brandstofcellen, warmtepompen, zonnesystemen of waterstofelektrolysers. Een dergelijk alomvattend PFAS-verbod van ongeveer 10.000 chemische stoffen, zoals de EU nu plant vanwege milieurisico's op het gebied van consumentenproducten (skiwaxen, teflonpannen of outdoorjassen), zou daarom een verwoestend effect hebben op de hele industrie. Het zou even overdreven als ongerechtvaardigd zijn. Dit komt doordat een hele reeks PFAS, de zogenaamde "polymeren van lage zorg", volgens de OESO geen gevaar vormen voor het milieu en daarom moeten worden vrijgesteld van een verbod, eist de VDMA in een nieuw standpunt.

"Op deze manier ondersteunt de vereniging ook de aanpak in Groot-Brittannië. Met de 10.000 stoffen wordt alles op één hoop gegooid, hoewel de verschillende PFAS-groepen sterk verschillen", waarschuwt dr. Sarah Brückner, hoofd Milieuzaken en Duurzaamheid van VDMA. "We moeten het voorbeeld van het Verenigd Koninkrijk volgen en de stofgroepen gedifferentieerd bekijken."
Het geplande verbod zou er dus toe leiden dat Europese producenten het zonder PFAS moeten stellen, terwijl concurrenten uit niet-Europese landen de stoffen zouden kunnen blijven gebruiken en daardoor aanzienlijke concurrentievoordelen zouden kunnen behalen.
Bovendien zou de EU zichzelf met dit verbod in de voet schieten. Er bestaat namelijk geen gestandaardiseerde analysemethode om producten die PFAS bevatten en in Europa worden geïmporteerd, te identificeren. Ook ontbreekt het aan relevante informatie in de toeleveringsketens. "Het geplande verbod zou ertoe leiden dat Europese producenten het zonder PFAS moeten stellen, terwijl concurrenten uit niet-Europese landen de stoffen zouden kunnen blijven gebruiken en zo aanzienlijke concurrentievoordelen zouden kunnen behalen", legt dr. Brückner uit.
De VDMA eist daarom:
· Een gedifferentieerde regulering van PFAS-stoffen, in subgroepen die afzonderlijk wetenschappelijk worden beoordeeld,
· een algemene vrijstelling van het verbod voor polymeren waarvan bewezen is dat ze niet gevaarlijk zijn,
· een uitzondering voor industriële toepassingen waar veilige verwerkingsvereisten kunnen worden gevonden en geïmplementeerd,
· een vrijstelling van het verbod voor PFAS-producten die niet in contact komen met het milieu (bijvoorbeeld omdat ze in een machine zijn geïnstalleerd),
· een aanzienlijk langere overgangsperiode tot het verbod van kracht wordt dan de beoogde 18 maanden,
· een veel langere of onbepaalde periode waarin PFAS-stoffen gebruikt mogen worden voor reserve- en slijtonderdelen voor machines en apparatuur die al op de markt zijn.
Geplaatst op: 29 mei 2023