Luchtkwaliteit en klimaatverandering

Luchtverontreinigende stoffen hebben invloed op het klimaat van onze planeet, maar niet alle verontreinigende stoffen hebben hetzelfde effect. Sommige soorten luchtvervuiling zorgen voor opwarming van het klimaat, terwijl andere een tijdelijk verkoelend effect hebben dat enkele dagen of weken aanhoudt.

 

Sommige luchtverontreinigende stoffen zorgen voor opwarming van het klimaat

thermometer

Luchtvervuiling omvat broeikasgassen zoals koolstofdioxide. Broeikasgassen zorgen voor opwarming van het klimaat door warmte van de zon vast te houden in de atmosfeer van de aarde. Broeikasgassen zijn een natuurlijk onderdeel van de atmosfeer van de aarde, maar hun toenemende hoeveelheden in onze atmosfeer sinds het begin van de 20e eeuw zorgen voor opwarming van het klimaat. Deze toename is afkomstig van uitlaatgassen van voertuigen, vervuilende stoffen die vrijkomen uit schoorstenen van fabrieken en energiecentrales, emissies van de landbouw en andere bronnen. Wetenschappers voorspellen dat de aarde deze eeuw sterker zal opwarmen dan in de 20e eeuw.

Volgens een NASA-studie veroorzaakt een toename van ozonvervuiling, of smog, opwarming in het noordpoolgebied. Ozon in de troposfeer is een broeikasgas en tevens een gevaar voor de gezondheid. Ozonvervuiling die op het noordelijk halfrond ontstaat, wordt in de winter- en lentemaanden naar het noordpoolgebied getransporteerd, wat leidt tot opwarming. Ozonvervuiling heeft de grootste impact op de regio waar het ontstaat, wat betekent dat sommige gebieden meer opwarmen dan andere. Het noordpoolgebied warmt momenteel sneller op dan enig ander gebied op aarde, deels door ozonvervuiling, maar ook door positieve terugkoppelingen, waarbij opwarming sneeuw en ijs doet smelten, wat het aardoppervlak verandert en leidt tot verdere opwarming. Het opwarmende klimaat veroorzaakt drastische veranderingen in de ecosystemen van het noordpoolgebied.

 

Sommige luchtverontreinigende stoffen veroorzaken afkoeling

temperatuur-g1b563626e_1280

De verbranding van fossiele brandstoffen brengt kleine deeltjes in de atmosfeer vrij, aerosolen genaamd. De meeste van deze deeltjes komen op natuurlijke wijze in de atmosfeer terecht via vulkanen, stof of zeesprays, terwijl andere de atmosfeer binnendringen via luchtvervuiling door auto's, voertuigen en schoorstenen. Aerosolen hebben invloed op het klimaat. Hoewel niet alle aerosolen de atmosfeer op dezelfde manier beïnvloeden, hebben ze over het algemeen een verkoelend effect.

Aerosolen in de atmosfeer kunnen de hoeveelheid zonne-energie die van de aarde wordt weerkaatst, veranderen. Sommige soorten aerosolen, zoals zeezoutdeeltjes uit de oceaan, weerkaatsen zonlicht terug de ruimte in, wat kan bijdragen aan een koeler klimaat. Andere, zoals roetdeeltjes afkomstig van de verbranding van hout of fossiele brandstoffen, absorberen het grootste deel van het zonlicht dat erop valt, wat leidt tot opwarming.

Aerosolen dragen ook bij aan de vorming van wolken, wat van invloed is op het klimaat. De miljoenen kleine waterdruppeltjes waaruit een wolk bestaat, hebben elk een deeltje, zoals een aerosol, nodig om het water te laten condenseren. Luchtverontreinigende stoffen die de hoeveelheid aerosolen in de atmosfeer vergroten, kunnen ook leiden tot meer wolkenvorming. Wetenschappers onderzoeken nog steeds de impact van verschillende soorten wolken op het klimaat, maar over het algemeen reflecteren lage wolken inkomende zonnestraling terug de ruimte in, wat een verkoelend effect heeft, terwijl hoge wolken warmte in de atmosfeer vasthouden, wat een verwarmend effect heeft.

Broeikasgassen blijven jarenlang in de atmosfeer, veel langer dan aerosolen. Het opwarmende effect van broeikasgassen is dus groter dan het afkoelende effect van aerosolen. Computermodellen geven aan dat de kleine aerosolen wereldwijd ongeveer de helft van de afkoeling veroorzaken als broeikasgassen opwarming veroorzaken.

 

Opwarming heeft ook invloed op de luchtkwaliteit

vrouwenmasker

Luchtvervuiling zorgt voor klimaatverandering en klimaatverandering zorgt ook voor veranderingen in de luchtkwaliteit. Door de opwarming van de aarde ervaart de aarde extremer weer, zoals hittegolven en droogte, wat de luchtkwaliteit negatief kan beïnvloeden. Hittegolven veroorzaken een toename van ozonvervuiling op grondniveau, omdat de chemische reacties die ozon in de atmosfeer creëren, vaker plaatsvinden bij hoge temperaturen.

Tijdens hittegolven creëren hogedrukgebieden stilstaande lucht, waardoor luchtverontreinigende stoffen zich op één plek concentreren. Langdurig hoge temperaturen als gevolg van klimaatverandering leiden vaak tot droogte, waardoor bosbranden, die koolmonoxide en fijnstof uitstoten, vaker voorkomen. Droge, stoffige lucht tijdens warme periodes verhoogt ook de hoeveelheid fijnstofvervuiling.

In dit verband zorgt de koolstofdioxide in de atmosfeer, die het klimaat opwarmt, er ook voor dat planten groeien. Toenemende concentraties koolstofdioxide leiden tot een toename van planten die allergieën veroorzaken, wat de hoeveelheid allergenen in de lucht verhoogt. Het opwarmende klimaat verlengt in sommige gebieden ook het groeiseizoen, waardoor het aantal dagen met hoge pollenconcentraties toeneemt. Allergenen in de lucht verslechteren zowel de luchtkwaliteit binnen als buiten en veroorzaken ademhalingsproblemen zoals astma en allergieën. Dit creëert een ongezonde cyclus waarbij luchtvervuiling leidt tot klimaatopwarming, wat vervolgens leidt tot meer luchtvervuiling.

Voor meer informatie kunt u terecht op:https://scied.ucar.edu/learning-zone/luchtkwaliteit/luchtkwaliteit-en-klimaatverandering


Plaatsingstijd: 8 november 2022